Deze maand is er een wetenschappelijk artikel gepubliceerd, uitgevoerd door wetenschappers van de UvA. Dit artikel is geschreven over een van de populairste spellen in de bonustuin: het Mollenspel. Bij dit spel moet je onthouden in welke molshopen de mol omhoog gekomen is. Het spel meet dus ruimtelijk geheugen.
Gebleken is dat kinderen die goed zijn in het Mollenspel, ook een voordeel hebben in de rekenspelletjes. Opvallend genoeg is dat voordeel niet voor alle spellen even sterk, en ook niet op alle leeftijden hetzelfde.
De staafjes hieronder geven aan hoe sterk het verband is tussen het Mollenspel en de verschillende rekendomeinen, van groep 3 tot groep 8. Hoe hoger de staafjes, des te sterker is het verband.
Optellen Aftrekken Vermenigvuldigen Delen
Verband tussen het Mollenspel en rekenvaardigheid in de vier basisspellen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.
Opvallend is dat het verband bij optellen en aftrekken sterker is dan bij vermenigvuldigen en delen, en dat vooral in groep 3 en 4. Dit vertelt ons iets over hoe kinderen leren rekenen.
We zien dat ruimtelijk geheugen altijd belangrijk is, maar vooral als je net leert rekenen. Kinderen proberen om aantallen voor zich te zien: bij de som 3 + 4 proberen ze bijvoorbeeld 3 en 4 objecten in hun hoofd voor zich te zien. Dan kun je tellen hoeveel het er in totaal zijn. Net zoals je in het Mollenspel voor je moet zien waar de mol geweest is.
Naarmate kinderen ouder worden, verandert het strategiegebruik. Op school leer je veel uitkomsten op simpele sommen uit je hoofd. Zelfs moeilijke sommen kun je in stukjes breken en die stukjes uit je hoofd oplossen. Dat doe je met taal: vijf plus zeven is twaalf. Ook voor rekenen heb je dus taalvaardigheid nodig! Het belang van ruimtelijk geheugen wordt dan minder, al verdwijnt het ook niet helemaal.
Sommen in vermenigvuldigen en delen pakken kinderen vanaf het begin al minder ruimtelijk en meer talig aan. Zo wordt het op school ook vaak geleerd. De meeste volwassenen kunnen dit beamen: de som 4 x 9 los je misschien haast gedachteloos op. Hardop uitspreken maakt het nog gemakkelijker. Maar proberen om 4 groepjes van 9 voor je te zien en alles te tellen is een heel stuk lastiger!
Een vraag die nu misschien bij je opkomt is of het helpt om jonge kinderen veel het Mollenspel te laten spelen. Worden ze daar dan ook beter van in optellen en aftrekken? Daar hebben we ook naar gekeken. En het antwoord is: dat is lastig te zeggen. Inderdaad is het zo dat hoe meer kinderen Mollen spelen, hoe meer ze vooruitgaan in de rekenspellen. Maar kinderen die veel Mollen spelen, die spelen ook veel andere rekenspelletjes. En daar ga je natuurlijk ook beter van rekenen!
Literatuurverwijzing:
Van der Ven, S. H. G., van der Maas, H. L. J., Straatemeier, M., & Jansen, B. R. J. (2013). Visuospatial working memory and mathematical ability at different ages throughout primary school. Learning and Individual Differences, 27, 182-192. doi: 10.1016/j.lindif.2013.09.003
Indien u geïnteresseerd bent in het volledige artikel kunt u contact met ons opnemen via info@oefenweb.nl