Login Demo Bestellen
Bel ons op: 0800 5021 Online & adaptief rekenen, taal en Engels oefenen op school

Als eerste op de hoogte van het laatste nieuws

Nieuwe inzichten vanuit de Oefenwebdata

Dit doen wij met onze Oefenwebdata

Vorige maand hebben we in de reeks ‘Oefenweb, Onderzoek en Onderwijs’ met het artikel Adaptief, maar dan anders uitgelegd wat ons adaptief systeem zo uniek maakt. Deze maand vertellen we u meer over onze link met onderzoek en de wetenschap. Maar ook wat Oefenweb kan betekenen voor het onderwijs.

Oefenweb, voor en door onderzoek
Oefenweb en haar producten zijn ontstaan vanuit wetenschappelijk onderzoek. Rekentuin is oorspronkelijk ontwikkeld door wetenschappers om meer inzicht te krijgen in de rekenontwikkeling van kinderen. Rekentuin sloeg aan, scholen wilden ermee blijven werken, dus de Universiteit van Amsterdam (UvA) richtte Oefenweb op, als een spin-off van de UvA. Oefenweb heeft als doel online leeromgevingen te ontwikkelen voor adaptief onderwijs waarbij onderwijs en onderzoek hand in hand gaan.

Zo werken we binnen Oefenweb nog altijd nauw samen met verschillende wetenschappers, die met onze anonieme data onderzoek doen naar de leerontwikkeling van kinderen. Hier zijn inmiddels vele wetenschappelijke publicaties uit voortgekomen. Andersom gebruiken we continu nieuwe inzichten uit de wetenschap om ons adaptieve systeem te optimaliseren. In deze blog vertellen we over enkele gepubliceerde onderzoeken en wat deze kennis betekent voor het onderwijs. Ook leggen we uit hoe onderzoek helpt bij het optimaliseren van onze programma’s.

Conclusies uit gepubliceerde artikelen met Oefenwebdata
1. Betere rekenaars gebruiken in het spel Rekenvolgorde niet altijd de juiste regels.
Onderzoekers deden met behulp van anonieme data uit Rekentuin onderzoek naar het gebruik van rekenregels. Door te bekijken welke regels gebruikt worden bij het oplossen van samengestelde sommen (bijv. 2 + 5 x 4) zagen ze dat gevorderde rekenvaardigheid niet enkel is gebaseerd op het volgen van rekenregels, maar ook op het zo snel en efficiënt mogelijk oplossen van een som. Ervaring blijkt daarmee ook vaak te leiden tot het minder streng volgen van rekenregels, waardoor de rekenvolgorde soms onjuist wordt bepaald. Zo kan in ons Rekentuinspel de som 2+5 x 4 bijvoorbeeld fout beantwoord worden door betere rekenaars omdat ze een strategie gebruiken waarbij ze eerst altijd het makkelijkste deel van de som oplossen en dat is 2+5. Dit kan in sommige gevallen een efficiënte strategie zijn, maar in dit geval gaat het tegen de voorrangsregel in en wordt de som dus fout beantwoord. Als een kind zich ontwikkelt in rekenen, kan hij/zij daarom nieuwe type fouten maken. Kortom, fouten horen erbij en zijn onderdeel van de rekenontwikkeling van kinderen, en dus niet altijd een teken van zwakke rekenaars.

2. Leren typen vereist motorische en cognitieve vaardigheden
Onderzoekers van de Universiteit Twente en de Universiteit van Amsterdam deden onderzoek naar de ontwikkeling van typevaardigheid van kinderen. Ze lieten zien dat er twee soorten vaardigheden nodig zijn om te leren typen en dat deze vaardigheden zich apart van elkaar ontwikkelen. De motorische vaardigheid, verantwoordelijk voor de associatie tussen toetsen en vingerbewegingen, ligt aan de basis van typevaardigheid. De cognitieve vaardigheid waarmee de associaties tussen woorden en letters worden gemaakt, is nodig om beter en sneller te kunnen typen. Uit dit onderzoek blijkt dat kinderen de motorische vaardigheid eerder onder de knie hebben dan de vereiste cognitieve vaardigheid voor het leren typen. Dankzij de data van Typetuin zijn deze resultaten voor het eerst aangetoond.

3. Subitizeren kan helpen bij het verwerven van inzicht in rekenen
Als je op een tafel drie boeken ziet liggen, kun je vrijwel direct (“subiet”) bepalen hoeveel het er zijn. Je hoeft de boeken hiervoor niet één voor één te tellen. Dit direct bepalen van hoeveel je van iets ziet, heet subitizeren. Met behulp van het spelletje Tellen in Rekentuin is onderzocht of kinderen subitizeren, of dit subitizeren is aangeboren en hoe het precies werkt. Uit het onderzoek blijkt dat kinderen subitizeren bij het bepalen van de hoeveelheid bij kleine aantallen, maar ook bij wat grotere aantallen, mits deze in bekende patronen staan, zoals de manier waarop de vijf stippen op de dobbelsteen staan afgebeeld. In het onderzoek lijken oudere kinderen depatronen beter te herkennen dan jongere kinderen, wat impliceert dat het systeem niet aangeboren zou zijn. oefenwebdata De onderzoekers denken daarom dat subitizeren vooral met patroonherkenning te maken heeft. Het herkennen van patronen kun je oefenen, zoals schakers patronen van opstellingen kunnen leren herkennen.Het gebruiken van bekende patronen als illustratie bij rekensommen, kan kinderen mogelijk helpen in het verwerven van inzicht in het rekenen.

Hoe helpt onderzoek bij het optimaliseren van onze producten?
Bij Oefenweb zijn we continu bezig onze producten te optimaliseren. Dit begint altijd met een idee waarvan we verwachten dat het kinderen helpt optimaal te leren. We werken dit idee grondig uit en gaan in de testfase onderzoeken of het idee ook echt tot verbetering leidt. Tijdens de testfase selecteren we willekeurig een groep spelers die het nieuwe idee als eerste uitprobeert. Op deze manier gaan we na na of deze spelers inderdaad effectiever en met meer plezier oefenen. Als blijkt dat dat zo is, dan maken we de nieuwe functionaliteit natuurlijk zo snel mogelijk beschikbaar voor alle spelers. Als we (nog) niet tevreden zijn, dan passen we het idee aan of stoppen we ermee en beginnen we weer van voren af aan met iets nieuws.

Zo kunnen we op wetenschappelijke wijze nagaan of onze ideeën daadwerkelijk leiden tot leuker en effectiever oefenen. Zodoende leiden deze tests niet alleen tot meer kennis over het oefenproces van kinderen in het algemeen, maar ook tot een betere en effectievere werking van onze oefenprogramma’s. Onlangs hebben we op kleine schaal bijvoorbeeld onderzocht wat het effect is van de aflopende muntjes op het speelgedrag van de kinderen. Uit dit eerste onderzoek blijkt dat een meerderheid van de kinderen geen moeite heeft met de muntjes in beeld.

Uiteraard blijven we u informeren over de onderzoeken die we uitvoeren ter optimalisatie van onze producten. Helaas is het niet in alle gevallen eenvoudig een idee te testen. In dat geval maken we graag gebruik van uw expertise. Zo organiseren we woensdagmiddag 20 april een gebruikersbijeenkomst bij ons op kantoor in Amsterdam. Tijdens deze middag leggen we enkele ideeën en overwegingen aan u voor en ontvangen we graag uw reactie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *